Ga verder naar de inhoud

Crazy Monkey Studios scoort bij Aziatische gamers

21 januari 2019
De games Guns, Gore & Cannoli en opvolger Guns, Gore & Cannoli 2 van Crazy Monkey Studios doen het goed in Azië. Zo goed zelfs dat het eerder dit jaar, als één van de eerste onafhankelijke Belgische studio’s, schitterden op de Japanse gamebeurs Tokyo Game Show. De les is duidelijk: Vlaamse spelontwikkelaars zouden meer op de Aziatische markt moeten inzetten.
Voor heel wat Europese onafhankelijke ontwikkelaars is Azië onbekend terrein. Culturele verschillen, afwijkende regelgeving en een fikse taalbarrière zijn de voornaamste oorzaken dat een potentieel publiek van tientallen miljoenen spelfanaten niet aangeboord wordt. Crazy Monkey Studios stortte zich wel in het avontuur en kan terecht fier zijn op de stappen die het als Westerse dwerg heeft gezet om zich succesvol binnen te wurmen op de Aziatische markt. Dat Aziatische charmeoffensief stond niet van in het prille begin op de roadmap van het ontwikkelteam uit Kontich. Net als zoveel andere kleine gamebedrijven hadden ze ook bij Crazy Monkey Studios nooit echt stilgestaan bij dat idee. “We zijn maar met vier en we kenden daar niks van. Korea. Japan. Taiwan. Dat is zo’n gesloten markt dat we dachten dat ons dat toch nooit zou lukken. We waren al blij dat we ons spel zelf op Steam konden zetten”, aldus oprichter Steven Verbeek. De bal gaat aan het rollen wanneer ze in april 2015, enkele weken voor de release van hun eerste maffia-avontuur Guns, Gore & Cannoli, benaderd worden door het Zuid-Koreaanse Intragames. Of er geen interesse zou zijn in een samenwerking om hun game uit te geven op de Aziatische markt. Intragames werkt op dat moment samen met gamereuzen als Ubisoft en Square-Enix, maar wil meer Westerse indie games aan hun portefeuille toevoegen omdat daar veel vraag naar is. Lang moeten Verbeek en co daar niet over nadenken. “We hadden niets te verliezen. Verkoopt ons spel daar nu 10 of 100 keer, dan hebben we het op zijn minst geprobeerd en er iets uit geleerd.” Hoewel de samenwerking met Intragames naar eigen zeggen erg transparant verloopt (er wordt bijvoorbeeld steeds toestemming gevraagd om deel te nemen aan bepaalde kortingsacties), blijft de manier van werken behoorlijk hands-off. Zo moest de PS4-build, die door Intragames voor certificering zou worden ingediend bij Sony Computer Entertainment Japan, integraal op een FTP-server worden geüpload. Dan mag je in een contract al wat minimumgaranties hebben vastgelegd, dat blijft toch even slikken. Wie zaken wil doen op de Aziatische markt zal vroeg of laat de controle over zijn spel wat moeten loslaten. Alleen al de taalbarrière is een stevige hindernis. De mannen uit Kontich hebben dan ook een enorme hulp aan hun partner bij de vertaling. “Momenteel is het spel vertaald in het Japans, Zuid-Koreaans, traditioneel Chinees voor de regio’s Taiwan en Hong Kong en vereenvoudigd Chinees. Omdat Intragames de regionale markt erg goed kent, werd ons gevraagd of ze het spel nog eens apart konden uitbrengen in Thailand. Recent werd er dus ook nog een Thaise vertaling gemaakt.” Tel daar nog bij dat elk Aziatisch land een eigen certificeringsproces heeft en het wordt erg moeilijk om zonder betrouwbare lokale partner je weg te vinden op de Aziatische consolemarkt. Verbeek kan niks slechts bedenken over hun Aziatische samenwerking en zegt er commercieel behoorlijk goede resultaten te scoren. Hij reisde tijdens de voorbije Tokyo Games Show af naar Japan om er de sfeer op te snuiven en op de stand van Intragames Guns, Gore & Cannoli 2 te promoten. “De beurs is heel erg gericht op entertainment en consumenten die nieuwe games willen ontdekken en is heel open en toegankelijk. Er is een klein B2B-gedeelte met enkele landenstanden, maar ik vond ze persoonlijk in een donker hoekje staan. Ik was in elk geval blij dat ik op de grotere Intragames-stand kon staan.” Verder viel Verbeek de terughoudendheid van de Japanse gamers op. “Ze staan liever wat te kijken dan dat ze zelf de controller vast te nemen en het risico te lopen zich belachelijk te maken in het bijzijn van hun vrienden.” De talrijke boothbabes, die daar in tegenstelling tot de Westerse gamebeurzen nog niet zijn uitgestorven, hebben dan ook als voornaamste missie bezoekers een stand binnen lokken en ze een controller in de knuisten te draaien. Ook al keerde hij terug uit het land van de rijzende zon met een trofee onder de arm, elk jaar terugkeren zit er niet in. Verbeek sluit dan weer niet uit dat hij volgend jaar een ander Aziatisch land, zoals Zuid-Korea, aandoet. Zijn Oosterse avontuur sterkt Verbeek in de overtuiging dat het voor elke Vlaamse spelontwikkelaar de moeite kan zijn om de opties die de Aziatische markt biedt te onderzoeken. “Het genre en de look van het spel moeten een beetje aansluiten bij de cultuur. In dat opzicht hebben we met de kleurrijke, gestileerde vormgeving van Guns, Gore & Cannoli wat geluk gehad en heeft de game mogelijks daardoor goed gewerkt.”, bedenkt hij. Naast Guns, Gore & Cannoli geeft Intragames ook The Sexy Brutale van het Spaanse Tequila Works uit - eveneens een kleurrijke titel met een kenmerkende visuele stijl. Dat doet vermoeden dat het op zijn minst een element is waar Aziatische gamebedrijven internationale titels op scouten. Misschien iets om in het achterhoofd te houden bij de uitwerking van een volgende project. De ontwikkeling van Guns, Gore & Cannoli en Guns, Gore & Cannoli 2 kwam tot stand met de steun van het VAF/Gamefonds van Vlaams minister van Cultuur Sven Gatz.